Tijdens de bezetting
Omslag programmaboekje Koninklijk Theater Carré Amsterdam door Roland | R.A.B.A.G.
Op 4 april ’43 kreeg het gezin hun derde en tevens laatste kind Ilona, mijn moeder. Zij is vernoemd naar de moeder van László.
In diezelfde maand april bood László onderdak aan een Jodin. Het zou hier in eerste instantie gaan om ene Liselotte Stiebl (of Stiebel), die zich daar ruim een jaar heeft kunnen schuilhouden. Zoals Gertrud later omschreef, bood haar man onderdak. De man had het natuurlijk voor het zeggen thuis in die tijd.
Op 23-05-1933 wordt het gezin van Nathan Norbert Stiebel ingeschreven in het bevolkingsregister van de stad Amsterdam. Zij komen dan vanuit Berlijn. Nathan staat ingeschreven als koopman en zijn vrouw, Lieselotte Compart, als bontwerkster. Ze zijn op 16-12-1931 in Berlijn getrouwd en hebben 2 kinderen; Werner Leopold (geb. 05-01-1934 te Amsterdam) en Ruth Ida (geb. 11-01-1938 te Amsterdam). Na een aantal adressen in Amsterdam komen zij uiteindelijk vanaf 30-06-1936 te wonen op de Achillesstraat 43 huis.
László en Gertrud kwamen met hun 8 jaar oude zoon Robert en de eenjarige Richard te wonen op de Achillestraat 31 hs, zo’n 100 meter verderop in de straat, doorkruisd door de Marathonweg. Lieselotte Stiebel-Compart zou volgens de verklaring van Gertrud bij hen ondergedoken hebben gezeten. Ook werd gezegd dat ze er niet voor schuwde zich in het openbaar te begeven samen met László.
Op 4 juni 1949 schrijft Gertrud aan het Nederlandse Roden Kruis dat haar man thuis werd opgepakt op 3 juni 1944 wegens Judenbegunstigung tesamen met een bij hen ondergedoken jodin sinds april 1943. Met dit scenario is het uitgesloten dat het hier gaat om Lieselotte (Liezel) Stiebel-Compart die reeds op 1 okotober 1942 tezamen met haar twee kinderen werd omgebracht in Auschwitz.
Citaat uit brief van Stichting 1940-1945 aan d L.O. in 1953:
Volgens aanwezige gegevens bij de P.R.A. (Politieke Recherche Afdelingen) is het vermoeden aanwezig dat de arrestatie een gevolg is geweest van verraad, dat de betrokkene joden (let op meerv.!) geholpen zou hebben en is er een beschuldiging, dat de man aangegeven zou zijn door zijn echtgenote. Het vermoeden is aanwezig, dat te zijne huize een joodse vrouw, Liselotte genaamd, was ondergedoken. (dat deed ze dus sinds april '43)
De arrestatie van Weiss en de onderduikster zou echter niet rechtstreeeks een gevolg zijn geweest van eventueel verraad, doch onvoorzichtigheid van de onderduikster, die regelmatig buitenshuis kwam.
Volgens mijn moeder zou bij de arrestatie een tas klaar hebben gestaan met vervalste persoonsbewijzen. De tas is blijkbaar over het hoofd gezien omdat het ging om de arrestatie van de ondergedoken Jodin, samen met László.
Op 15-06-1942 wordt er een lijst gemaakt van de inboedel van het woonhuis van het gezin Stiebel op de Achillesstraat 43 huis, door 2 heren van de HES. Bovenaan de lijst staat de vermelding dat het gezin 'geëvacueerd' zal gaan worden op 23 juni naar Asterdorp. Volgens de archiefkaart van Nathan in het Stadsarchief gebeurd dit uiteindelijk op 07-08-1942. Op die datum verhuist het gezin naar de Edelweisstraat 126.
Op 20-08-1942, om 08:20 uur, wordt Nathan gearresteerd op aangeven van de SD omdat hij zich zonder Jodenster op straat vertoond. Hij wordt ingesloten en staat ter beschikking van het Bureau Joodsche Zaken. Op vrijdag 21-08-1942, om 09:00 uur wordt hij meegenomen voor verhoor naar het Bureau Joodsche Zaken. Om 09:35 uur, wordt Nathan weer teruggebracht naar het Hoofdbureau van Politie om in bewaring gesteld te worden, wederom t.b.v. het 11e Bureau, ook wel Bureau Joodsche Zaken. Om 16:30 uur wordt Nathan samen met 7 anderen overgebracht naar de SD.
Kort hierna wordt het hele gezin gedeporteerd. Via Westerbork gaat het naar Auschwitz waar Lieselotte en de beide kinderen op 01-10-1942 worden omgebracht. Nathan overlijdt op 31-01-1943.
bronnen: edvanrijswijk.blogspot.com/, www.joodsmonument.nl/nl/page/389249/asterdorp, www.asterdorp.nl/asterdorp-.html
László gebruikte zijn artiestennaam Roland als schuilnaam bij het verzet, als zijnde contactpersoon voor mensen die moesten onderduiken. Hij was toen werkzaam en te vinden bij de Amsterdamse bioscopen, zo verklaarde Gertrud later in een brief aan instanties.
László′s laatste grote opdracht was voor de nog zeer jonge uitgeverij Arti te Alkmaar. Het bedrijf bestaat nog steeds. De opdracht betrof een 32 pagina’s tellend klein boekje met als titel: Zo teken je portretten. Rijk geïllustreerd, met een harde kaft en vermoedelijk uitgegeven eind ’43, begin ’44. Destijds tekenleraar op de middelbare school, Henk Schuijt, afgestudeerd op de kunstacademie te Den Haag voor de lerarenopleiding, richtte in ’37 uitgeverij Arti op. Tijdens de oorlog bleef de uitgeverij actief mede dankzij de bezetter die kunst uitingen stimuleerde. Er was daar ook zeker een markt voor omdat de mensen niet veel om handen hadden in die tijd. De serie "Zo.. " werd in 7 delen uitgebracht waarvan het boekje van László, de derde was in de rij.
Mogelijke heeft de eerste ontmoeting met Schuijt plaatsgevonden voor de ingang van de Bijenkorf te Amsterdam. Schuijt was in die tijd bezig met een boek te maken met chef-decoratie meester van de Bijenkorf, Lex Metz. De titel van dat 54 pagina’s tellende boekje was “Letter Teekenen”. Jaar van uitgave 1944. En het was László die in die periode regelmatig bij de ingang van de Bijenkorf stond om portret te tekenen. Uit de samenwerking met de heer Schuijt vloeide vermoedelijk een persoonlijk contact voort. Een voorbeeld daarvan waren 4 olieverf schilderijen waarop de portretten van de 4 zoons van Henk Schuijt waren afgebeeld. De jongste zoon, de heer Jochem Schuijt, die de uitgeverij heeft overgenomen van zijn vader, vertelt dat de portretten nog steeds in familiebezit zijn.
Een vooruitblik op wat nog komen gaat, zijn er redenen geweest voor de autoriteiten vlak na de oorlog, Gertrud en László te beschouwen als collaborateurs vanwege hun arbeidsverleden voor de Duitse bezetter. Naast het portretteren van Duitse militairen in kazernes en in de Stadtschänke op het Leidseplein, heeft László billboards gemaakt voor S.S. Sportfeesten in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Ook maakte hij tekeningen voor het blad van de Nieuw Economische groep voor Nederland en koloniën. Tevens zijn werkzaamheden bij de bioscopen in Amsterdam, toen deze werden ingezet voor het verspreiden van Duitse propaganda. Gertrud heeft enige tijd gewerkt voor de S.D. als stenotypiste.
Samengevat, beiden zijn tijdens de bezetting actief gebleven op de arbeidsmarkt, gebruik makende van hun talenten op gebied van werk, als mede natuurlijk de perfecte beheersing van de Duitse taal. Hierbij opgemerkt dat László als Hongaar, perfect Duits sprak en schreef.